Een interview met nestor John Bloemers.
Zoals Martine Delfos het zegt: ‘Altruïsme is een vorm van egoïsme, waar een ander wat aan heeft.’
Werk voor de Nestorkring is altruïsme, maar het is niet vrijblijvend. Nestors zijn mensen die weten wat het is om eindverantwoordelijkheid te dragen en ze kunnen doorpakken.
Laat ik een praktijkgeval nemen. De directeur van een onderwijsstichting, die als onderwijzer was begonnen. Niet eenvoudig, de communicatie met zijn vroegere collega’s vond hij ingewikkeld. Hij wilde ook leren omgaan met de plaatselijke politiek en met de beleidsvrijheid die hij individuele scholen moest geven. Ik heb hem ondersteund in een serie gesprekken en hij voelt zich nu zekerder in zijn nieuwe rol.
Waarom ik Nestor ben geworden? Omdat ik niet meer beroepsmatig actief ben en iets voor anderen wil doen. Bovendien wil ik bij de tijd blijven.
Een heel ander praktijkvoorbeeld. De decentralisatie die de overheid oplegt aan welzijnsinstellingen, vraagt veel van bestuurders. Daarover kan ik meedenken, waarbij ik altijd uitga van de vraag van de bestuurder, van de klant dus.
Soms ga ik daarbij confronterend te werk. Een voorbeeld is een bestuurder met wie ik een reeks gesprekken voerde. Het liep erop uit, dat ik hem vroeg of hij wel advies nodig had. Was hij niet eerder op zoek naar een andere baan?
Dat is wat je kunt verwachten van een Nestor: openheid, vakkennis en ervaring. En een zekere mate van wijsheid. Laatst nog zei een klant, dat hij weer overzicht had over zijn werk: ‘John, ik word altijd zo rustig van jou.’